De eerste vijftien miljoen euro is binnen voor het project Marker Wadden, waarmee een stap gezet kan worden naar ecologisch herstel van het Markermeer. Nu is het wachten op Rijk en Provincie. Want om te kunnen beginnen met de bouw van het eerste eiland tussen Enkhuizen en Lelystad, is 45 miljoen nodig. Roel Posthoorn van Natuurmonumenten, initiatiefnemer van het project, maakt zich daar niet zoveel zorgen over. „Dat geld is namelijk al gereserveerd. Ook de overheden zien de noodzaak van Marker Wadden.”
Vanaf de dijk in Volendam kijkt Posthoorn uit over het langgerekte Markermeer, waar een flinke laag ijs op ligt. Ooit was het de bedoeling om het meer in te polderen tot Markerwaard, maar dat idee werd losgelaten. Niets doen was echter ook geen optie. Je kan niet zoveel met de Markermeer. Het water heeft geen natuurlijke oevers met fijne strandjes en daarnaast is er een groot probleem, namelijk de steeds doorgroeiende hoeveelheid slib. „Na de dijkafsluiting kon het slib niet meer wegvloeien, met een inmiddels dikke, yoghurtachtige laag op de bodem tot gevolg. Een laag die alle leven verstikt.”
Een laag die dus weg moest. Lang is gestudeerd op manieren en werd gestoeid met budgetten. Natuurmonumenten kreeg donderdag voor het project 15 miljoen euro van de Nationale Post code Loterij. „En nu kunnen we eindelijk beginnen.”
Nou ja, bijna dus. Als de overheden inderdaad over de brug komen met dertig miljoen. Daarna kan het project van start, maar om het succesvol of te ronden moet er nog eens twintig miljoen opgehoest worden. Die laatste financiële injectie moet uit de private sector komen. Wat helpt is dat het project Marker Wadden meer biedt dan alleen een beter leven onder het wateroppervlak. Ook economisch gezien zijn er kansen. Door zijn kwetsbaarheid mag er nu geen vinger naar het gebied worden uitgestoken. Woningbouw in het water, uitbreiden van jachthavens, het uitvoeren van plannen voor natuur en recreatie, allerlei projecten worden al jaren geblokkeerd.
Als het Markerkeer straks weer ‘stevig in z’n schoenen staat, wordt er wat dat aangaat wellicht meer mogelijk. Het eiland van duizend hectare, dat als eerste aangelegd gaat worden, moet in ieder geval naast vogels ook ruimte gaan bieden aan recreanten. „Dat kan, daar is het eiland groot genoeg voor”, voorziet Posthoorn. Over Brie jaar gaan de werkzaamheden van start, is de planning. Eerst wordt een snort ringdijk aangelegd van stevige klei, waarna het slib wordt opgezogen uit het meer en in de ring wordt gespoten. Zodra het slib boven de watergrens uitkomt droogt het op en zakt het uiteindelijk weer in. Door dat effect kan er blijvend slib worden toegevoegd.