Met zijn nieuwe plaat grijpt Paul McCartney terug naar de classics die zijn vader thuis op de piano speelde. In Londen legt de ex-Beatle uit waarom Fred Astaire zo goed kon zingen.
‘Hallo allemaal!’ zegt Sir Paul McCartney, terwijl hij knipoogt en het groepje journalisten dat hem opwacht met jongensachtig gevoel voor theater toezwaait. Zijn armen maken een zwierig showgebaar, de knieën buigen soepel: ‘Welkom in Londen! Hoe gaat ‘ie?’
Dit jaar (op 18 juni) wordt hij 70, maar op de vraag wanneer de succesvolste songschrijver uit de pophistorie er een punt achter gaat zetten, is het antwoord al bij zijn entree gegeven: nog lang niet – hoezo?
Tijd
Het bruin van zijn verzorgde coiffure zal vast uit een potje komen, de wangen zijn niet meer die van een jonge vent, maar verder staat hier nog echt Paul van The Beatles, op wie de tijd maar geen vat krijgt: slank, beweeglijk, jongensachtig, de guitigheid van vijftig jaar geleden nog altijd in de ogen. Gladjes en professioneel? Ja, zeker. Maar ook enthousiast en welwillend.
Tijdens een aantal kleinschalige groepsaudiënties in een Londens designhotel beantwoordt hij vragen over Kisses On The Bottom, de vijftiende studioplaat sinds het einde van The Beatles (1970) met simpelweg ‘Paul McCartney’ als afzender.
‘Kisses‘ is een coverplaat, en dan kun je altijd rekenen op sceptische journalisten, maar McCartney heeft er een goed, enthousiasmerend verhaal over te vertellen; laat dat maar aan hem over. Op Kisses On The Bottom leren we hem ontegenzeglijk van een andere kant kennen.
Doorgebroken
Hij vertelt dat hij al met het idee rondliep toen The Beatles nog maar net waren doorgebroken en hij er nog heilig van overtuigd was dat hij op zijn dertigste popmuzikant af zou zijn: een album met zoetgevooisde ‘Hollywood-jazz’ uit de jaren veertig en vijftig, de klassiekers uit de American Songbook, de beste Amerikaanse liedjes, die hij als jongetje in Liverpool op de radio hoorde en die vader McCartney op de piano speelde tijdens de traditionele sing-song op oudejaarsavond.
Twaalf van die liedjes, ooit via de radio in zijn oor gezongen door Frank Sinatra, Cole Porter, Dean Martin, Fred Astaire of Ella Fitzgerald, belandden op Kisses On The Bottom. McCartney nam ze op met de Canadese jazzpianiste Diana Krall en haar band en vulde ze aan met twee nieuwe songs (My Valentine en Only Our Hearts) die er qua stijl en sfeer bij aansluiten.
‘Toen ik voor het eerst met John over muziek praatte, bleek déze muziek ons gemeenschappelijke fundament te zijn: Liedjes als Little White Lies. En Close Your Eyes. Ik kreeg ze vooral mee van mijn vader, die in een jazzband had gespeeld, en John vooral van zijn moeder. We refereerden er vaak aan toen we zelf liedjes gingen schrijven, al wilden we zelf de kant van de rock ‘n’ roll op.’ Lees het hele intervieuw vandaag in de Volkskrant.