Terwijl ik volop met een feestelijk kerstgebraad in de weer was, werd ik getroffen door het noodlot, en ging gestrekt. Tja, dat heb je wel eens. Bedrust was de enige remedie.

Ingrediënten

Voor 4 personen:
2 grote sjalotten, gesnipperd
2 tenen knoflook, fijn gehakt
200 gram paddenstoelen (bijvoorbeeld king oester), in stukjes
olijfolie
500 gram risottorijst (bv. carnaroli)
200 gram wilde spinazie,
gehakt
peper en zout
1 liter kippenbouillon
3 dl witte wijn
150 gram parmaham, in flinters
1 klont roomboter
75 gram geraspte Parmezaanse kaas

Maar hoe moest dat dan met mijn kerstgebraad en het proefbezoek dat elk moment voor de deur kon staan? ‘Maak je nou maar niet druk’, zei mijn vrouw, ‘ik verzin wel wat anders.’

Zo lag ik in bed, een zielig hoopje ellende, te luisteren naar de geluiden uit de keuken. Haar hakken op de vloer. Mijn braadpan die op het fornuis werd gezet. Sissende olie. Ik kreeg een wegtrekker, maar kwam weer bij door de bedwelmende geur van gefruite sjalotjes en knoflook, verleidelijk als een buikdanseres. Een pak dat werd opengetrokken. Een hagelbui in een tropisch woud; dat moest wel risottorijst zijn. Nog meer geuren; hoorde ik daar de pollepel die baantjes trok in de braadpan?

De deurbel. Ja hoor, daar zul je ze hebben. Gekir, gesmak, glazen die klinken, het klokken van de wijn. Een donkere stem, hard gelach; god, wat hadden ze het gezellig in de keuken. Deurbel, nog meer volk, ploppende kurken (toch niet mijn Margaux?), muziek die harder werd gedraaid. Een begrafenisstemming, dat hoefde ook weer niet, maar was een béétje compassie nou echt te veel gevraagd? Veel tijd om daarover na te denken was er niet, want de geluiden vervaagden, de geuren verdwenen, en ik draafde op een gevlekte pony over een besneeuwde bergtop; eindelijk vertrokken.

Lang verhaal kort, de volgende ochtend was ik weer helemaal het heertje, niet in de laatste plaats door het kliekje risotto dat me uitstekend smaakte. Had ze speciaal voor mij bewaard, de lieverd.

Fruit de knoflook, sjalotten en paddenstoelen in een royale plens olie, in een ruime pan met dikke bodem, totdat de paddenstoelen hun vocht verliezen. Doe de rijst erbij en schep om totdat de rijst glazig is. Doe de spinazie erbij, kruid met zout en peper en schep nog eens een paar minuten om. Meng de (hete) bouillon met de wijn, schenk het vocht in scheutjes in de pan, en blijf roeren totdat de rijst al het vocht heeft opgenomen. Dat duurt even, minstens een minuut of 40. Proef of de rijst gaar is. Meng tot slot de parmaham, de Parmezaanse kaas en een flinke klont boter door de rijst. Direct opdienen in diepe warme borden.

(bron: Marcus Huibers, Volkskeuken)

Leave a Reply