Het kwik is gedaald, de elfstedenkoorts gestegen en de crisis is vergeten. Ik heb gisteren, met vrienden, een prachtige trainingswandeling gemaakt. Het was een zeldzaamheid om te zien hoe mooi de bomen waren afgekleed door de rijp. Hiervoor nemen wij de ongemakken die de winter met zich mee brengt graag voor lief. De buitenlucht maakt moe en hongerig en we hebben dan behoefte aan stevige kost. De traditionele winterkost vliegt op zulke dagen dan ook de winkels uit. Favoriet is de boerenkool, fijn gesneden, waar de vorst overheen is geweest, gestampt met een kruimige aardappel. Gisteren is er zelfs een heuse verkiezing geweest van de Gouden Stamper. Wie maakt de meest smakelijke stamppot van Noord Holland. Hij is gewonnen door ene Wim uit Heilloo. Zijn creatie van een standaard wortelen en uien stamppot gekookt in bier wist de jury het meest te bekoren. Op een of andere manier heeft stamppot altijd een associatie met gezelligheid. ’s Avonds, na een dag de kou getrotseerd te hebben, rozig, met de gehele familie rond de tafel met een dampende pan in het midden. Sterke verhalen vertellend over de vele kilometers die zijn afgelegd op de schaats. Ja winterkost, onbewust doet me dat altijd denken aan een gesprek tussen twee broers waarvan ik ooit getuige van was. De ene broer, Jaap, vrijgezel met een goede baan wonend in Amsterdam. De andere, Henk, eveneens vrijgezel en een stuk minder bemiddelt en wonend in een dorp. Jaap vertelde dat hij elke dag maar dan ook elke dag uit eten ging. Hetzij met collega’s hetzij alleen. Van plateservice in studenten cafés tot meerdere gangen menu’s in de betere restaurants. Maar, zei hij, het viel hem op dat het de laatste tijd wel allemaal een stuk duurder was geworden. Henk luisterde hoofdschuddend vol onbegrip. “Je kan toch niet elke dag uit eten gaan, dat doe je toch niet, je wilt toch zelf ook wel eens wat maken” ging hij belerend in de aanval. Waarop Jaap hem vertelde dat hij, zolang hij al in Amsterdam woonde, zijn gastoestel nog nooit had gebruikt en ook niet van plan was om het ooit aan te steken. Henk gaf niet op en probeerde Jaap alsnog te overtuigen: “Je kan tegenwoordig bij elke Keurslager lekkere kant en klare eigen gemaakte snert kopen”. Waarop Jaap hem stoïcijns aankeek en schijnbaar onbewogen antwoordde:
Ik lust geen koude snert.
Martin L.